donderdag 6 mei 2010

Naar Freyr om te 'rouwen'

Op Bevrijdingsdag ben ik met Pieter naar Freyr gegaan. We hebben er niet geklommen, maar we zijn naar de plek gegaan waar ik ben gevallen. Ik hoop dat dit bezoek me helpt om het verdriet te verwerken dat ik heb om mijn verloren enkel. Ik ben geneigd om over verdriet heen te stappen en maar vooral dóór te gaan. 

Frustraties
Maar laten we wel wezen: in het geval van zo'n enkel is er niets positiefs te melden: ik kan niet meer wandelen zonder hulpmiddelen; ik ben gaan autorijden omdat ik dan veel momenten van pijn voorkóm; ik kan niet rennen; ik kan niet meer dansen; ik kan niet zonder meer naar een concert of tentoonstelling (lang staan); ik heb vaak pijn; de pijn houdt me soms wakker; ik kan niet meer zonder pijn zwemmen; ik kan niet meer met zware boodschappentassen sjouwen; rotsklimmen kan ik alleen 'onder voorwaarden' met de hulp van anderen; werken gaat ook niet zonder meer; enzovoort enzovoort.
Ik relativeerde dit altijd door te denken dat ik er goed van af ben gekomen. Ik ben ten slotte ook op mijn hoofd terecht gekomen. Maar relativeren helpt niet om het verdriet weg te nemen. Ik ben een goed functionerende enkel kwijt en dat zal er in de toekomst niet beter op worden. Tijd om toch onder ogen te zien wat ik mis en waar ik van baal.  

Het ongeluk
Iedere keer als ik daar kom en het pad opstap naar de rotsen, overvalt me een soort duizeligheid en krijg ik buikpijn. Ik kan er niet zijn zonder me fysiek beroerd te voelen.
Het was raar om bij 'de plek des onheils' te zijn. Ik heb geluncht op de plek waar ik eerste hulp heb gekregen van andere klimmers en de Bergredding. Pieter en ik hebben foto's gemaakt van de route waarin ik ben gevallen en we hebben besproken hoe ik nou precies ben gevallen. In mijn gedachten had de route weinig obstakels. Nu zag ik dat er veel randjes waren waar ik met mijn enkel tegen aan geklapt kan zijn. Het lijkt erop dat ik een korte pendel heb gemaakt naar links en met mijn enkel op een richel terecht ben gekomen. Daarna ben ik gekanteld met mijn hoofd tegen de wand.

Nog meer frustraties
Toen we uitgekeken waren, zijn we verder gelopen richting Dinant. In plaats van het steile bospad omhoog te nemen, zijn we beneden langs de Maas richting Dinant gelopen. Dat zou voor mij wel eens makkelijker kunnen zijn. Dan konden we namelijk over de weg bovenlangs terug. Nou nee dus. Het duurde eindeloos lang (voor mij dan) en op een gegeven moment stelde Pieter voor om de auto te gaan halen en dat ik dan zou wachten. Mijn eerste reactie was "Nee, hoor, het gaat wel, ik vind het alleen niet leuk". Maar na de zoveelste bocht, pijn in mijn schouders en handen van het op krukken lopen, heb ik toch maar toegegeven. Samen met Harm (logeerhond) heb ik gewacht tot Pieter ons kwam ophalen. G..., wat baal ik ervan dat ik dat soort korte stukjes niet meer kan lopen en dat een ander me moet helpen.
Misschien was dit nog wel het moeilijkste deel van de dag. Ik heb er een ontzettende hekel aan om om hulp te vragen en te erkennen dat ik iets niet meer kan.